Archief

2024-02 Toespraak Piet Lekkerkerk op de 4 mei-herdenking

Archief
2024-02 Toespraak Piet Lekkerkerk op de 4 mei-herdenking

 

Piet Lekkerkerk

Vandaag sta ik hier om te spreken als familielid van Maaike van Rietschoten. Zij was een van de slachtoffers van de bommen die op 4 maart 1943 vielen op de Huishoudschool en de Ambachtsschool in Brielle. Mijn naam is Piet Lekkerkerk. Achtenvijftig jaar geleden ben ik geboren in Rockanje.

Maaike van Rietschoten is de tante die ik nooit heb gekend. Ze is een van de velen die in de Tweede Wereldoorlog omgekomen zijn en die vandaag overal in Nederland herdacht worden. Ik zal proberen woorden te geven aan wat het doet met nabestaanden als oorlogsgeweld een familielid van het leven berooft, als iemand weggerukt wordt van hen die haar liefhebben.

Ik was een jaar of 11 toen ik het boek ‘Rockanje in oorlogstijd’ als cadeau van basisschool De Zonnebloem kreeg. Ik las toen over de bommen die op Brielle vielen. Er stond een foto in van een gedenkplaat in het gemeentehuis van Rockanje, met de namen van burgerslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Onder die namen ook die van Maaike van Rietschoten; dezelfde achternaam als die van mijn moeder, en maar een paar jaar jonger dan zij.

Als elfjarige begreep ik instinctief dat ik geen vragen over het zusje van mijn moeder kon stellen. Ik besefte dat dàt is, wat met onuitsprekelijk leed wordt bedoeld.
Slechts één keer heb ik mijn oma horen zeggen dat het de Amerikanen waren die haar dochter hadden afgepakt.


Nachtbombardementen op Duitse doelen waren al een tijdje aan de gang. Die 4de maart 1943 probeerden de geallieerden voor het eerst iets nieuws: overdag Duitse doelen bombarderen om het einde van de oorlog te bespoedigen. Maar dat betekende ook dat de bommenwerpers een makkelijker prooi waren voor Duitse jagers.
Voor mijn familie, en veel families, was het geluid van bommenwerpers onderweg naar Duitsland een geluid dat hen zowel met angst als met hoop vervulde. Mijn oom Faas was opgepakt voor de Arbeitseinsatz en werkte als dwangarbeider in een Duitse fabriek in de buurt van München. Bij elke bommenwerper die richting Duitsland vloog, bestond de vrees dat Faas het slachtoffer kon zijn van bommen die bedoeld waren om de Duitse oorlogsmachine te ontregelen.
Die angst zal ook geheerst hebben toen de eskaders van B-17’s op 4 maart over Rockanje vlogen. Niet de zoon in het verre Duitsland liep die dag gevaar, maar de 14-jarige dochter die slechts 10 kilometer verder, in Brielle op de huishoudschool zat.

Ook al werd er niet over het leven en de dood van Maaike gesproken, dat betekent niet dat zij geen rol speelde. Het verdriet over haar werkte door in de levens van allen die achterbleven. Toen mijn oom Faas terugkwam uit Duitsland, overstemde het verdriet om de dood van Maaike de vreugde over zijn behouden thuiskomst. Hij vertrok snel uit Rockanje en werd machinist op de grote vaart.

Mijn moeder, die ten tijde van het bombardement op een andere locatie in Brielle les kreeg, is juist nooit meer een centimeter van de zijde van haar ouders geweken. Ze bleef in haar ouderlijk huis wonen. Toen ze trouwde betrokken haar ouders het huis ernaast.

Het eerste kind dat mijn ouders kregen, was een meisje. Ze werd negen jaar en één dag geboren na de dag dat de bommen vielen. Ze noemden haar Maaike. Toen Maaike naar de middelbare school in Den Briel ging, stond mijn opa haar elke middag ongerust op te wachten. Een puber die gewoon naar school ging, was voor hem de aanleiding om weer doodsangsten uit te staan. Die ene dag in maart 1943, werd elke dag opnieuw beleefd.

De bezorgdheid kan voor een jonge vrouw verstikkend werken. En het is ook de vraag in hoeverre ze zichzelf mocht zijn, of vooral als de herboren Maaike gezien werd. Mijn andere zus, die vijf jaar later geboren werd, is juist nooit die Maaike geweest. Ze zijn allebei op jonge leeftijd uit Rockanje weggegaan.

Als jongen werd ik niet met Maaike geassocieerd. Ik wist niet meer van Maaike van Rietschoten dan die passage in het boek ‘Rockanje in oorlogstijd’ en het mysterieuze bruine koffertje met een paar meisjeskleren dat elke voorjaarsschoonmaak van zolder gehaald werd om de jurkjes en het manteltje te luchten. Dan kwam Maaike even tevoorschijn, als woordeloos ritueel. Het koffertje met inhoud is nu in het bezit van het Historisch Museum Den Briel.

Ik heb moeite om het woord te vinden om te beschrijven wat er die dag in Brielle gebeurd is.

Was het noodlot?

Dat klinkt alsof het voorbestemd was. Dit kan door niets of niemand gewild zijn.

Was het zinloos?

De missie maakte onderdeel uit van de operatie om Europa te bevrijden. Dat was in het grote geheel niet zinloos. Landen bevrijden die door een dictatoriaal buurland onder de voet gelopen zijn is niet zinloos, maar wel kostbaar, ook in mensenlevens. De bommenwerpers die Hamm wel bereikten, zaaiden ook daar dood en verderf die 4de maart. Er vielen 154 doden.

Was het een ongeluk?
De B-17 werd geraakt door Duitse jagers en wierp zijn bommen af om sneller, wendbaarder en minder kwetsbaar te zijn. Alle betrokkenen waren bewust bezig met oorlog voeren. Als daar doden bij vallen, is dat geen ongeluk, maar een gevolg van menselijk handelen.
Het vliegtuig is een paar kilometer uit de kust van Hoek van Holland in zee gestort. De hele negenkoppige bemanning kwam om het leven. Alleen het lichaam van bombardier George Frederick is aangespoeld. Ook al was het nooit hun bedoeling een stadje op Voorne en Putten te bombarderen en 22 mensen, onder wie 14 kinderen, te doden, het was ook geen ongeluk. Dit is wat er gebeurt in een oorlog.

Dat de waarheid een van de eerste slachtoffers in een oorlog is, blijkt uit de manier waarop de Duitse propagandamachine de gebeurtenis neerzette in de pers: de school was het doel geweest van een geallieerde terreuraanslag. Dat is wat de nabestaanden te horen kregen, omdat alle media door de bezetter gecontroleerd werden.
Hoe moet je het dan noemen wat er die dag gebeurde?

Het is in ieder geval goed om er bij stil te blijven staan, want al die doden mogen niet vergeten worden.
Vandaag niet, maar eigenlijk op geen enkele dag. Want we mogen niet vergeten hoe die Tweede Wereldoorlog begon. Hij begon met een bewind dat groepen uit de samenleving aanwees als schuldigen voor alles wat er misging, hen apart zette, verbood hun geloof te belijden, een bewind dat hen als gevaarlijk en bedreigend afschilderde. Een bewind dat racisme en haat tegen mensen vanwege hun geloof of identiteit tot norm verhief. Met een bewind dat alle andere politieke groeperingen verbood, dat kritiek op de leider verbood. Met een bewind dat een beeld van het nationale verleden aanhing dat maakte dat de onafhankelijkheid van andere landen daar ondergeschikt aan gemaakt mocht worden. Dat vanwege vermeende superioriteit van de eigen natie en het eigen volk zelfs het recht opeiste andere landen binnen te vallen.
Die bommenwerper en de zeventig andere B-17’s kwamen op 4 maart 1943 met een missie: de democratie en de internationale rechtsorde herstellen. Een einde maken aan een terreurbewind dat ook nog eens een bevolkingsgroep omwille van hun geloof, herkomst en gebruiken op industriële wijze vermoordde.

Maaike en al die anderen die omgekomen zijn in dat proces, hoopten op te groeien en te leven in een land waar dictatuur en vreemdelingenhaat het dagelijks leven niet langer zouden domineren.

Je kunt zeggen dat de dood van Maaike van Rietschoten geen enkele zin had en geen enkel doel diende. Maar haar overlijden is niet zinloos geweest, want wat haar overkwam, houdt ons bij de les: wij kunnen er wel voor zorgen dat we haar nagedachtenis en die aan alle andere slachtoffers in ere houden. Wij kunnen er naar streven haat, racistische vooroordelen en uitsluiting niet de overhand te laten krijgen. Wij leven na de Tweede Wereldoorlog weer in een democratie.

Wij leven nog in een democratie.

Wij mogen ons realiseren dat het stemrecht in een democratie burgers de plicht geeft de democratie overeind te houden en te zorgen dat een boodschap van haat en uitsluiting niet opnieuw gehoor vindt.

Dat ben ik aan Maaike verschuldigd.


Foto: Korrie Korevaart.


Pagina terug
E A F B G G C D