Archief
2020 - e09 | De bezetter capituleert, de bevrijders komen steeds dichterbij.
Archief |
Is de bevrijding echt een feit? Bij het gemeentehuis in Hellevoetsluis drommen mensen samen om een proclamatie te lezen. |
Bevrijd eiland vierde feest, terwijl de bezetter nog gewapend rondliep. In aanloop naar het 75ste bevrijdingsjaar brengt het AD Rotterdams Dagblad de oorlogsjaren op Voorne-Putten in beeld. Vandaag: de bezetter capituleert, de bevrijders komen steeds dichterbij. Claudia Langendoen 01-05-2020 |
In de laatste oorlogdagen hielden de inwoners van Voorne-Putten de adem in. De geallieerden waren zó dichtbij, maar West-Nederland was nog altijd niet bevrijd. Toch waren er steeds meer signalen van een op handen zijnde bevrijding. Neem de vliegtuigen, die elders voedsel dropten (de dichtstbijzijnde pakketjes vielen in Stellendam) en af en aan vlogen over het eiland. Zonder dat ze door de Duitsers uit de lucht werden geschoten. Dit waren de geallieerden overeengekomen met de bezetter, die zich steeds verder in het nauw gedreven voelde. Veelzeggend in dit verband is het relaas van Hendrik Bootsma, commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), dat auteurs Bob Benschop en Jeroen Rijpsma aanhalen in hun boek Voorne-Putten in Oorlogstijd 1939-1945. Bootsma zag liggend op een dak en zwaaiend met een vlag hoe de toestellen over Voorne vlogen. Dit is een van de grootste en ontroerendste momenten geweest in mijn leven, zo zou hij jaren later aangeven. Ik kon de bemanning zien zitten in de laagvliegende toestellen. Op straat klonken ongelooflijke vreugde-uitbarstingen van bewoners, die voelden dat het einde van de bezetting nabij was en zich toch moesten inhouden, omdat de gehate bezetter nog de lakens uitdeelde. Nerveus Deze enkele zinnen tekenen de situatie op Voorne-Putten in die laatste oorlogsdagen. De bezetter gaf zich immers niet zomaar gewonnen. Pas enkele dagen na de capitulatie zou het de geallieerden lukken om ook dit deel van Nederland te bereiken. Intussen werden de Duitsers merkbaar nerveuzer. Enkele Duitse militairen probeerden het zelfs op een akkoordje te gooien met de BS, zo weten Benschop en Rijpsma. Bootsma verhaalde volgens hen over enkele militairen die hun wapens wilden inleveren in ruil voor een vrije aftocht. Ze vingen bot. De spanning liep die eerste meidagen steeds hoger op. De leden van de Binnenlandse Strijdkrachten wilden de leiding overnemen, maar moesten zich nog inhouden. Eilanders begonnen al voorzichtig te feesten, terwijl nerveuze Duitsers dit wanhopig de kop probeerden in te drukken en uit frustratie de ruiten van het kringgebouw van de NSB insloegen. Het waren verwarrende dagen. Toen uiteindelijk op vrijdag 4 mei Radio Oranje meldde dat de geallieerden de volgende ochtend het laatste bezette deel zouden bevrijden, gingen mensen de straat op, daarbij de avondklok negerend. Ook dat werd niet getolereerd. In Brielle pakten de Duitsers twee feestende mensen op. Volksfeest Zaterdag 5 mei was er echter geen houden meer aan. Mensen wilden feest vierden. Maar de Duitse bezetter sloeg terug en trok opgehangen Nederlandse vlaggen van gevels. Een SS’er rukte in Hellevoetsluis een oranje strik van het hoofd van een klein meisje. Hij had een pluk haar in zijn handen. Zondag 6 mei was de capitulatie dan toch echt definitief en barstte een volksfeest los. Vlaggen gingen uit. Er was ringsteken op het dorp van Rockanje. Er werd gelachen en gejuicht. De opluchting was groot. Toch zouden er in de dagen die volgden nog steeds oorlogshandelingen plaatsvinden die mensen op het eiland het leven kostten. Want, de Duitsers? Die waren weliswaar verslagen, maar liepen nog steeds gewapend rond, terwijl de geallieerden Voorne-Putten nog altijd niet hadden bereikt. Ze waren echter zeer dichtbij, zo zou enkele dagen later blijken. Artikel overgenomen uit het Algemeen Dagblad, editie Voorne-Putten van 01-05-2020. |
Pagina terug