Archief
2019 De duistere decembermaand 75 jaar geleden
Archief‘De Duitsers lieten het lichaam van mijn vader de hele dag liggen, moeder was ontroostbaar’
De maand december is voor veel mensen de mooiste maand van het jaar. Voor de nabestaanden van de gefusilleerde verzetshelden in Rockanje is het echter vooral een maand van verdriet. Dan komen de herinneringen aan die verschrikkelijke december in 1944 weer naar boven. ,,Tot op de dag van vandaag draag ik dat met me mee.’’
Vanuit verschillende delen van het land zijn ze vandaag teruggekeerd naar Rockanje, de nabestaanden van Johannes Groeneveld, Cornelis Langendoen en Jan en Hugo Hoogvliet. In het gemeentehuis vertellen ze, in het bijzijn van burgemeester Peter de Jong, over hun dramatische ervaringen in 1944. Deze maand precies 75 jaar geleden.
In twee weken tijd, op 6 en 20 december, fusilleerden de Duitsers acht inwoners van Rockanje en Zwartewaal. Dit liet een diepe wond achter, die tot op de dag van vandaag niet is geheeld. ,,Deze gebeurtenis heeft een enorme impact gehad op het hele dorp. Het was een zeer hechte gemeenschap’’, vertelt De Jong.
Enkele soldaten vielen over wat emmers voor de deur. Toen wij dat hoorden, waren ze al binnen
(Henk Langendoen)
Wat er toen is gebeurd, mag nooit worden vergeten, vindt Henk Langendoen. ,,Om de vrede te houden, moeten we erover blijven praten en blijven herdenken’’, zegt hij.
Nazi’s
Zelf was hij als 7-jarige jongen bij zijn oom, toen zijn vader Cornelis werd weggevoerd door de Duitsers. Vader Langendoen werd op 6 december in de duinen gefusilleerd, omdat hij onderdak bood aan een gedeserteerde Nederlandse SS’er, Gerrit van Noort.
Zijn nu 90-jarige broer Nico, die op die dag wel thuis was, kan zich nog goed herinneren hoe de nazi’s het huis aan de Rietdijk na verraad door een NSB’er binnenstormden. De inval vond plaats om 20.00 uur ’s avonds, weet hij nog. ,,Dat was een hele consternatie. Ze maakten zoveel herrie toen ze binnenkwamen. Enkele soldaten vielen over wat emmers voor de deur. Toen wij dat hoorden, waren ze al binnen.’’
Koeien en geiten
SS’er Van Noort werd meteen meegenomen. Even dacht de familie dat het daar bij zou blijven. Maar om 03.00 uur ’s nachts kwamen de Duitsers terug, deze keer voor vader Langendoen. Het was de laatste keer dat de toen 15-jarige Nico zijn vader zag. Voor de familie was het drama toen nog niet voorbij. De volgende dag kwamen de Duitsers namelijk nog een keer terug, om mee te delen dat hun huis binnen twintig minuten in brand zou worden gestoken. Het gezin kreeg even de tijd om de belangrijkste eigendommen veilig te stellen. Nico rende meteen naar de schuur en wist alle koeien en geiten te bevrijden. ,,Ik heb ze losgesneden en naar de wei gebracht.’’
De familie kreeg al heel snel hulp vanuit de hele omgeving om voedsel, kleding, bedden en allerlei andere spullen veilig te stellen. De bezetters begonnen ondertussen al de boerderij in brand te steken.
Vervolgens lazen de Duitse officieren een verklaring voor, waarin bekend werd gemaakt dat Cornelis Langendoen ter dood was veroordeeld. ,,Mijn moeder moest natuurlijk heel erg huilen. Ik heb haar toen moeten troosten. Ze was intens verdrietig, net als mijn zus. Die was ook ontroostbaar.’’
Brandnetels
De verzetsheld werd nog diezelfde dag, samen met vijf andere inwoners van Rockanje en Zwartewaal, gefusilleerd in de duinen van Rockanje. ,,Ze hebben zijn lichaam daar de hele dag laten liggen.’’ Pas in de avond kregen dorpsgenoten opdracht de lichamen van de slachtoffers weg te brengen. Een paar dagen later werden ze begraven. ,,Alleen de naaste familie mocht daar bij zijn.’’ Langendoen kreeg samen met de andere eilanders een graf buiten de officiële begraafplaats. ,,Een plek in het wild, tussen de brandnetels’’, herinnert zoon Nico zich. De mannen werden in ruwe houten kisten gelegd en begraven. ,,Toen hebben ze ons weer weggestuurd. Wat het met me deed? Ik was boos en verdrietig.’’
Nico’s broer Henk, die op dat moment bij zijn oom was ondergebracht, was er kapot van. ,,Het was een enorme slag. Mijn zus vertelde mij dat pa door de Duitsers was doodgeschoten. Dat kwam aan als een mokerslag. Tot de huidige dag draag ik dat met me mee. Ik heb het nu wel een plek gegeven. Ik kan het ophalen en weer wegstoppen. Het was schuldloos en rechteloos. Wat ik het ergste vind, is dat die zes mensen in een geweerloop hebben gekeken.’’
Van mijn vader kan ik me niets herinneren, maar de brand wel
(Jan Groeneveld)
Emotioneel
Een van de andere gefusilleerde eilanders was Johannes Groeneveld. Hij werd ter dood veroordeeld, omdat hij thuis naar Radio Oranje luisterde. Zijn zoon Jan, die toen nog maar 3 jaar oud was, wordt nog steeds emotioneel als hij het erover heeft. Hij kan zich er niet heel veel van herinneren, vertelt hij. ,,Van mijn vader kan ik me niets herinneren, maar de brand wel.’’ Ook herinnert hij zich nog het verdriet van zijn moeder. ,,Dat was zo erg. Ze was niet te troosten.’’
De achtergebleven gezinnen kregen ook na de dramatische gebeurtenis veel hulp van andere inwoners. ,,Ik weet nog dat we ontzettend goed behandeld zijn door de dorpsgenoten. Verwend zelfs’’, vertelt Nico Langendoen. ,,Alles wat je miste, werd aangevoerd.’’
De nabestaanden hopen dat er meer aandacht komt voor de fusillade. Nu worden de verzetshelden alleen herdacht op 4 mei, tijdens landelijke dodenherdenking. ,,Maar voor mij is 6 december belangrijker dan 4 mei. Dat is persoonlijker’’, legt Groeneveld uit.
Burgemeester De Jong belooft dat hij hier naar gaat kijken.
Artikel uit het Algemeen Dagblad, editie Voorne Putten 20-12-2019.
Pagina terug