K
Korevaart Maarten | 1909 - 1944
KGrafnummer: - | ||
Maarten Korevaart | * Rockanje 26-12-1909 | † Fukuoka (Japan) 21-06-1944 | 34 |
Zoon van Willemina Korevaart*. |
Adres bij geboorte: | huis C18. |
Beroep: | Sergeant infanterie KNIL. |
(1) trouwde op 18-02-1938 te Nieuwenhoorn met: | ||
Dirkje Verheij* | * Zuidland 25-09-1918 | † Goeree-Overflakkee 11-05-2015 |
Dochter van Jacob Marinus Verheij* en Jacomijntje Roest*. | ||
Zij kregen geen kinderen. |
Notities: Oorlogsslachtoffer. Bij overlijden niet woonachtig in Rockanje. Maarten is niet begraven op Maria Rust. Zijn graf bevindt zich in het Columbarium op het Nederlandse ereveld Pulo te Jakarta in Indonesiė. Vak Col. G, nummer 33. Maarten Korevaart, trouwt met de handschoen te Nieuwenhoorn op 18-2-1938 met Dirkje Verheij en overleed aan Malaria te Fukuoka kamp 6 Orio te Japan als krijgsgevangene. Hij is gecremeerd en zijn as is overhandigd aan de Nederlandse Kapitein Cornelis Leendert de Jong. Op de stamkaart van Maarten Korevaart is te zien dat hij Sergeant bij de infanterie van de KNIL was, tijdens zijn gevangenname op 8 maart 1942. |
fukuoka_noord.jpg
Fukuoka in Japan
kruismonument overwoekerd.jpg
Overwoekerd kruismonument
Kruismonument na renovatie.jpg
Kruismonument na renovatie
Kruismonument 2..jpg
Kruismonument overzicht
Kruismonument 3.jpg
Kruismonument uitleg
Kruismonument 4.jpg
Kruismonument namen
Korevaart Maarten 26-12-1906-01.jpg
Ereveld Menteng Pulo
korevaart.m.2005.jpg
Urn
Krijgsgevangen
Bekijk stamkaart van Maarten Korevaart met uitleg op de website van open archieven.
Kampen in Japan
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ongeveer 36.000 geallieeerde krijgsgevangenen naar Japan verscheept om daar in de oorlogsindustrie te werken. Zij werden in ongeveer 130 verschillende kampen ondergebracht, in de nabijheid van mijnen, fabrieken en scheepswerven, verspreid over geheel Japan. Ongeveer 3.500 krijgsgevangenen overleefden de kampen in Japan niet.
Zeetransporten:
Al deze krijgsgevangenen werden met schepen aangevoerd vanuit de Filippijnen (Amerikanen), Formosa (Engelsen), Malakka (Engelsen) en Nederlands-Indiė (Nederlanders, Engelsen, Australiėrs en Amerikanen). Van alle zeetransporten (niet alleen die naar Japan) is een zogenaamde Bootlijst gemaakt, waarop achter de naam van de boot vermeld staan: datum en plaats van vertrek, datum en plaats van aankomst (bestemming) en het aantal meegevoerde krijgsgevangenen. Deze lijst bevat een kleine 250 vaarten. De lijst kan zodanig worden gefilterd dat alleen de vaarten naar Japan zichtbaar zijn.
Japanse kampnummering:
De kampen in Japan werden door de Japanners zelf geregistreerd onder een districtnaam: Fukuoka, Hakodate, Hiroshima, Nagoya, Osaka, Sendai, Tokyo en Zentsuji, en daarachter een rangnummer plus de letter B of D. De letter B stond voor Branch en dat betekent dat het kamp onder toezicht stond van het Japanse leger; de letter D stond voor Dispatched en dat betekent dat het kamp onder toezicht stond van de betrokken industriėle instelling (mijn, fabriek, scheepswerf). Bijna alle kampen kregen gedurende de oorlog enige malen een ander registratienummer, soms zelfs ook een andere districtnaam.Dankzij een uitvoerig onderzoek van Wes Injerd is nu bekend wanneer en onder welknummer een kamp werd ingesteld en wanneer en onder welk nummer datzelfde kamp vervolgens opnieuw werd geregistreerd. Het in augustus 1945 bestaande registratienummer wordt algemeen gebruikt om het kamp in de literatuur aan te duiden. Soms is de kampnummering verwarrend, omdat een oud nummer van een kamp later opnieuw wordt gebruikt om een ander kamp aan te duiden.
Kampnamen:
De krijgsgevangenen zelf duidden hun kamp meestal aan met een naam, die betrekking had op de naam van de fabriek, de mijn of de scheepswerf of alleen maar op de plaatsnaam waar het kamp was gelegen. Zij hadden geen weet van de (ingewikkelde) nummeraanduiding van de kampen, die de Japanners hanteerden. Helaas is deze kampnaam vaak niet eenduidig: er circuleren meerdere namen voor hetzelfde kamp.
Kamppagina:
Voor ieder kamp is een aparte kamppagina gemaakt met bijzonderheden over het kamp. Bovenaan de pagina staat links in de koptitel het laatst door de Japanners gebruikte kampnummer (doorgaans is dat het nummer dat in augustus 1945 werd gehanteerd) en in het midden de meest gebruikte kampnaam, rechts staat steeds het woord Japan.
Linksboven, direct onder de koptitel staat een overzichtje van alle Japanse kampnummers met de datum van ingang en daaronder alternatieve kampnamen, die ook bij dit kamp gebruikt werden.Vervolgens worden vermeld: de ligging van het kamp, de naam van de Japanse kampcomandant, de naam van de kampleider, die de krijgsgevangenen vertegenwoordigde, de in- en uitgaande transporten, de werkzaamheden die de krijgsgevangenen moesten verrichten, de omstandigheden in het kamp en de literatuur over het kamp.
Fukuoka 6B Mizumaki Japan
Andere benamingen:
Fukuoka 15B (vanaf 22-4-1943)
Fukuoka 9D (vanaf 1-12-1943)
Fukuoka 6B (vanaf 8-1945)
Orio, Takamatsu
Ligging: NB 33 51, OL 130 41. De plaats Mizumaki lag ongeveer 30 km ten westen van Moji, ongeveer 40 km ten noord-oosten van Fukuoka-stad. De aankomst van de krijgsgevangenen vond plaats via het station van Orio. Het kamp lag ongeveer 6 km van Orio en werd aan de oostzijde omringd door bergen. De mijn, waar gewerkt moest worden, heette Takamatsu.
De kampcommandant was kapitein Suematsu, sergeant-majoor Kumagai
Transporten
datum binnengekomen uit vertrokken naar aantal per transport aantal in kamp type personen
24-04-1943 Singapore (1) 100 100 kr (2)
13-07-1943 Singapore (3) 450 550 kr (4)
18-06-1944 Singapore (5) 300 850 kr (6)
xx-06-1945 Fuk 6D, Seganoseki kr (7)
21-06-1945 Fuk 2B, Koyagi 300 kr
12-09-1945 Evacuatie 1059 0 kr (8)
kr=krijgsgevangenen; Fuk=Fukuoka
(1) met de Hawaii Maru 1, vertrek uit Singapore 2-4-1943
(2) allen Nederlanders
(3) met ???
(4) Engelsen, Australiėrs en Nederlanders
(5) met de Teia Maru 2 (Aramis) vertrek uit Singapore 4-6-1944
(6) (deels) afkomstig uit Thailand (Birma-spoorweg)
(7) allen Australiėrs (o.l.v. lt. Ron Williams)
(8) 761 Nederlanders, 138 Amerikanen, 117 Engelsen, 41 Australiėrs, 1 Zuid-Afrikaan, 1 Canadees
Werkzaamheden
- werken in kolenmijn (Takamatsu Coal Mining Co)
- onder riviermonding, 700 m diep, in 3 ploegen olv Yamaguchi, later Watanabé
- zeer zwaar, slechte behandeling, dagelijks min-of-meer ernstige ongelukken;
- slechts 2 vrije dagen per maand
- tuinaanleg (50 man)
Omstandigheden
voeding: absoluut onvoldoende: alleen wat rijst en meel, geen vlees, vis, groente, fruit
wonen: 16 barakken, ieder met 8 boven- en 8 benedenkamers; eetzaal voor 400 man
water: zeer onregelmatig beschikbaar; kleine badkamer met heet-water-bad; weinig zeep
gezondheid: slecht; veel wonden door mijnwerk; veel vlooien en wandluizen
medische zorg: 3 doktoren (o.a. Nieuwenhuis en Rappard); 2 hospitaal-barakken; alles olv Japanse soldaat
sterfgevallen: totaal 72
kleding: in twee jaar en 3 maanden slechts eenmaal nieuwe werkkleding
Kruismonument
Overgenomen van website vrienden van japan
Na de capitulatie van Japan had de ‘Nihon Kolenmijn’, die was belast met de registratie van de krijgsgevangenen moeite met een verklaring van de doodsoorzaak en bouwde men in de haast dit monument voor de komst van de onderzoeks-officier naar oorlogsmisdaden.
Veertig jaar nadien verdween de mijn en vergaten de mensen deze tragische geschiedenis. Maar een bezoek van Dolf Winkler in juni 1985, die hier als Nederlandse krijgsgevangene in de mijn had gewerkt herinnerde ons aan deze episode van de geschiedenis in Mizumaki.
Ter nagedachtenis aan Dolf Winkler en Hiroshi Kurokawa
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestond in Mizumaki het krijgsgevangenkamp 6.
Aan het eind van de oorlog en de bereiding, zijn de overlevende krijgsgevangenen naar hun eigen land teruggekeerd. Maar 40 jaar daarna, in juli 1985, kwam voormalig Nederlands krijgsgevangene Dolf Winkler naar Mizumaki, om dat krijgsgevangenkamp weer te zien.
Een ander deel van zijn bezoek was, om dhr. Minoru Tamura op te zoeken, een kampbewaker die de krijgsgevangenen humaan behandelde terwijl zij als dwangarbeideers in de Nittaan-Takamatsu kolenmijn werkten.
De twee mannen konden elkaar weer ontmoeten in de stad Tamano., Okayama prefectuur.
Dolf Winkler richtte daarna het huidige monument op, met hulp van dhr. Hiroshi Kurokawa vanuit Japan, ter herdenking van de in de oorlog omgekomen Nederlandse krijgsgevangenen.
Vanaf 1988 begonnen Dolf Winkler en andere voormalig krijgsgevangen en hun nabestaanden jaarlijks Mizumaki te bezoeken. Hierdoor konden de voormalig krijgsgevangenen en de inwoners van Mizumaki, eens vijanden in de oorlogstijd, verzoening en vriendschap met elkaar opbouwen.
Dhr. Hiroshi Kurokawa was zelf een tweede-generatie kolenmijnwerker.
Om een brug van vrede en vriendschap tussen Japan en Nederland op te bouwen heeft hij een vrijwillige organistaie opgericht, het Comitee tot het bevorderen van Vrede en Cultuur. De uitwisselingen door de activiteiten van Dolf Winkler en dhr. Kurokawa leidden tot een studentenuitwisselingsprogramma tussen Mizumaki en Nederland.
Dolf Winkler en dhr. Hiroshi Kurokawa zijn beiden in 2009 overleden, maar hun acties om vriendschap en vrede te bevorderen tussen Nederland en Japan zijn enorm. Om hun wensen voor vrede en vriendschap verder over te nemen, gedenken wij hen hier bij het Kruismonument met twee bomen, waaronder hun as uitgestrooid is en voor altijd ligt.
De eikenboom rechts is ter herdenking aan dhr. Dolf Winkler, en de sasanquaboom links aan dhr. Hiroshi Kurokawa.
Onstaan van het kruismonument
Dit monument werd opgericht als aandenken aan de buitenlanders die door het Japanse leger gedurende de Tweede Wereldoorlog werden gevangen genomen en hier stierven zonder in de gelegenheid te zijn geweest naar hun vaderland terug te keren.
Buitenlanders die in 1943 gevangen werden genomen (het 18e jaar van Showa) werden naar Japan vervoerd en gedwongen tewerkgesteld op verschillende plaatsen, ook in de kolenmijnen.
Eveneens in Mizumaki, 70 Amerikanen, 250 Britten en 800 Nederlandse gevangenen werden naar 4 locaties in de Takamantsu kolenmijnen gezonden.
Het waren hoofdzakelijk militairen van de Geallieerden in Indonesië en Singapore.
Er werd een kamp vlak bij een briketten-fabriek van de Tokomatsu kolenmijnen in Koga Ward gebouwd en de gevangenen werden gedwongen om in de mijnen te werken. Velen overleden daar zonder hun thuisland te hebben weergezien, door ontberingen in de kolenmijnen of ten gevolge van honger en het harde gevangenisregime. Anderen door straffen ten gevolge van ontsnappingspogingen om aan het ondragelijke kampleven te ontkomen.
Na de capitulatie van Japan had de Nihon Kolenmijn, die was belast met de registratie van de krijgsgevangenen moeite met een verklaring van de doodsoorzaak en bouwde men in de haast dit monument voor de komst van de onderzoeks-officier naar oorlogsmisdaden.
Veertig jaar nadien verdween de mijn en vergaten de mensen deze tragische geschiedenis. Maar een bezoek van Dolf Winkler in juni 1985, die hier als Nederlandse krijgsgevangene in de mijn had gewerkt herinnerde ons aan deze episode van de geschiedenis in Mizumaki.
We zullen dit kruismonument in de toekomst onderhouden als een teken van onze eeuwigdurende wens voor vrede en nooit-meer oorlog.
1 april 1986 Mizumaki
De beide kanten van het kruismonument zijn uitgebreid zodat aan de reeds bestaande 53 namen van Nederlandse krijgsgevangenen die in het krijgsgevangenkamp Mizumaki stierven de namen van 818 Nederlandse krijgsgevangenen die in geheel Japan omkwamen konden worden toegevoegd.
17 oktober 1989
Ter nagedachtenis van de herdenking van 400 jaar Nederlandse-Japanse betrekkingen is het kruismonument gerenoveerd en nieuwe in Nederland vervaardigde naamplaten waarop de namen van 871 in Japan omgekomen Nederlandse krijgsgevangen werden aangebracht ter vervanging van de oude naamplaten.
Foto's over kruismonument zijn afkomstig van de website vrienden van japan.