B
Bruijn Arie de | 1898 - 1945
BGrafnummer: - | ||
Arie de Bruijn | * Rockanje 29-01-1898 | † Utrecht 08-03-1945 | 47 |
Zoon van Benjamin de Bruijn en Arendje van den Brand. |
Adres bij geboorte: | Strypsedijk 2. |
Beroep: | gemeenteveldwachter te Veen |
Trouwde op 09-02-1928 te Oostvoorne met: | ||
Anna Schipper* | * Oostvoorne 18-10-1900 | † ? |
Dochter van Jan Lucas Schipper* en Willempje Vermeulen*. | ||
Geen kinderen. |
Notities: Oorlogsslachtoffer. Is niet op Maria Rust begraven. |
Bruijn de Arie 29-01-1898 werkzaam bij Groeneveld 1.jpg
Foto 1
Bruijn de Arie 29-01-1898 werkzaam bij Groeneveld 2.jpg
Foto 2
Bruijn de Arie 29-01-1898 werkzaam bij Groeneveld 3.jpg
Foto 3
Bruijn de Arie 29-01-1898-01.jpg
Foto 4
Bruijn de Arie 29-01-1898-98-01.JPG
Foto 5
Foto 2.JPG
Foto 6
Bruijn de Arie 29-01-1898-99-01.jpg
Foto 7
Graf oorlogsslachtoffers Veen.JPG
Foto 8
Beschrijving van de foto's:
Foto 1 t/m 3: Arie de Bruijn (wit overhemd + vest en kettinghorloge) werkzaam als knecht bij de firma Groeneveld te Rockanje.
Foto 4: Personen bij de bushalte aan de Maasdijk te Veen wachtend op de bus naar Woudrichem.
In het midden veldwachter Arie de Bruijn, in 1943.
Foto 5: Rouwadvertenties geplaatst in de Brielsche Courant.
Foto 6: Graf van Arie de Bruijn op de begraafplaats bij de Grote Kerk te Veen.
Foto 7: Graf van Arie de Bruijn op het Nationaal Ereveld te Loenen.
Foto 8: Gezamenlijk grafmonument van de overige geëxecuteerden uit Veen op de begraafplaats
bij de Grote Kerk te Veen.
Levensloop van Arie de Bruijn: geboren aan de Strypsedijk 2 te Rockanje. Van hem is bekend dat hij van 14 januari 1918 tot 19 juli 1919 in 's-Gravenhage in militaire dienst was. Vervolgens was hij machinist op een dorsmachine. Op 26 januari 1927 trad hij bij de gemeente Schoonhoven in dienst als agent van politie. In 1933 werd hij bevorderd tot waarnemend chef van politie. In 1936 solliciteerde hij naar de functie van gemeenteveldwachter in de gemeente Veen in Noord-Brabant. In zijn curriculum vitae stond vermeld dat hij een prima lichamelijke conditie had, geen sterke drank gebruikte, 1.90 meter lang was en gehuwd was met Anna Schipper; hij was ook bekend met 'machineschrijven'.
Naar aanleiding van zijn sollicitatie doet de gemeente Veen navraag bij de burgemeester van Schoonhoven. Hij laat weten dat men zeer tevreden over De Bruijn is. De staat van inlichtingen vermeldt dat hij netjes en beleefd is en in alle opzichten betrouwbaar. Hij is een voortreffelijk politieman die met tact maar zonodig ook met doortastendheid op kan treden. Hij heeft er blijk van gegeven dit ook zelfstandig te kunnen. Hij is een nauwgezet en een ijverig politieman die geen dienst te zwaar is. Welke dienst hem ook maar opgedragen wordt, nooit komt er een klacht van ontevredenheid over zijn lippen. Hij beschikt over een politiediploma met aantekening van de Algemene Nederlandse Politiebond. De burgemeester merkt nog op dat hij één van zijn beste agenten is, die hij node ziet vertrekken, een persoon met een groot verantwoordelijksheidsgevoel, met de ogen open en die zijn mond niet voorbijpraat.
Op 25 maart 1936 wordt Arie de Bruijn door de commisaris van de koningin officieel benoemd. Op 16 mei legt hij de eed af bij burgemeester Landweer van Veen. De Schoonhovense Courant van 29 april en 13 mei vermeldt zijn benoeming en afscheid, inclusief de toespraken.
Als in 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, blijft veldwachter De Bruijn zijn taak trouw vervullen. Dit wordt bevestigd door mevr. Timmermans-Hazeleger (in 2017 was zij 94 jaar), die in de oorlog op het distributiekantoor werkte. Bij het bonnentransport werd zij altijd geëscorteerd door veldwachter De Bruijn. Zij spreekt nog steeds met waardering over hem; hij had volgens haar zeker geen Duitse sympathieën.
Het is in de nacht van tweede kerstdag in 1944 als een Duitse deserteur, die door het verzet in vertrouwen was genomen weet te ontvluchten en vijf mensen van het verzet verraadt, die vervolgens worden afgevoerd naar de gevangenis Wolvenplein in Utrecht. Toen Veldwachter De Bruijn in opdracht van de Duitsers een verzetsman moest bewaken tijdens transport naar Utrecht, werden er in Veen op de zolder van het gemeentehuis wapens gevonden die De Bruijn daar had verstopt. Deze wapens waren op bevel van de Duitsers door de burgers van Veen bij hem ingeleverd. De Bruijn had deze wapens in moeten leveren bij de Duitsers, maar had dat niet gedaan. Wat de reden daarvan is geweest, is nooit helemaal duidelijk geworden. Voor de Duitsers was dit het argument om hem op te pakken. Op weg van Utrecht naar zijn huis in Veen, werd hij bij Geldermalsen nog gewaarschuwd niet naar huis te gaan, omdat hij werd gezocht. Oprecht zoals Arie de Bruijn was, vond hij dat daar geen reden toe was en ging hij toch naar huis. Zijn reactie was: "Wie geen kwaad doet, hoeft geen kwaad te vrezen." Meteen bij aankomst in Veen werd hij gearresteerd en afgevoerd naar gevangenis Wolvenplein in Utrecht.
De eerder gevangen gezette Veense verzetsstrijders en Arie de Bruijn zijn in de vroege morgen van 8 maart 1945 als repressaillemaatregel voor de aanslag op SS-officier Hanns Albin Rauter, de nazi-Duitse leider van de politie in Nederland, bij Fort de Bilt bij Utrecht gefusilleerd. De lijken hebben daar een groot deel van de dag gelegen; deze zijn door tussenkomst van een bevriende relatie voorlopig begraven. Na de bevrijding zijn de stoffelijke overschotten op 3 juli opgegraven en op 4 juli in Veen herbegraven, in een gezamenlijk graf. Arie de Bruijn is afzonderlijk begraven op de begraafplaats in Veen. Als dragers traden marechausseebeambten op.
In de jaren zestig is Arie de Bruijn herbegraven op het Nationaal Ereveld Loenen, in vak A, nummer 547.
In 2010, 65 jaar na dato, is er in Veen een straat naar Arie de Bruijn genoemd. In wijk De Eng bij de kerk te Veen ligt de De Bruijnstraat.
Zijn weduwe, Anna Schipper, keerde terug naar haar geboortedorp, Oostvoorne, en bleef daar wonen tot haar overlijden.
Met dank aan Jan Vos (uit Veen) voor de verstrekte gegevens en foto's.
Foto 1 t/m 3: collectie André Groeneveld.
Foto 1 t/m 3: Arie de Bruijn (wit overhemd + vest en kettinghorloge) werkzaam als knecht bij de firma Groeneveld te Rockanje.
Foto 4: Personen bij de bushalte aan de Maasdijk te Veen wachtend op de bus naar Woudrichem.
In het midden veldwachter Arie de Bruijn, in 1943.
Foto 5: Rouwadvertenties geplaatst in de Brielsche Courant.
Foto 6: Graf van Arie de Bruijn op de begraafplaats bij de Grote Kerk te Veen.
Foto 7: Graf van Arie de Bruijn op het Nationaal Ereveld te Loenen.
Foto 8: Gezamenlijk grafmonument van de overige geëxecuteerden uit Veen op de begraafplaats
bij de Grote Kerk te Veen.
Levensloop van Arie de Bruijn: geboren aan de Strypsedijk 2 te Rockanje. Van hem is bekend dat hij van 14 januari 1918 tot 19 juli 1919 in 's-Gravenhage in militaire dienst was. Vervolgens was hij machinist op een dorsmachine. Op 26 januari 1927 trad hij bij de gemeente Schoonhoven in dienst als agent van politie. In 1933 werd hij bevorderd tot waarnemend chef van politie. In 1936 solliciteerde hij naar de functie van gemeenteveldwachter in de gemeente Veen in Noord-Brabant. In zijn curriculum vitae stond vermeld dat hij een prima lichamelijke conditie had, geen sterke drank gebruikte, 1.90 meter lang was en gehuwd was met Anna Schipper; hij was ook bekend met 'machineschrijven'.
Naar aanleiding van zijn sollicitatie doet de gemeente Veen navraag bij de burgemeester van Schoonhoven. Hij laat weten dat men zeer tevreden over De Bruijn is. De staat van inlichtingen vermeldt dat hij netjes en beleefd is en in alle opzichten betrouwbaar. Hij is een voortreffelijk politieman die met tact maar zonodig ook met doortastendheid op kan treden. Hij heeft er blijk van gegeven dit ook zelfstandig te kunnen. Hij is een nauwgezet en een ijverig politieman die geen dienst te zwaar is. Welke dienst hem ook maar opgedragen wordt, nooit komt er een klacht van ontevredenheid over zijn lippen. Hij beschikt over een politiediploma met aantekening van de Algemene Nederlandse Politiebond. De burgemeester merkt nog op dat hij één van zijn beste agenten is, die hij node ziet vertrekken, een persoon met een groot verantwoordelijksheidsgevoel, met de ogen open en die zijn mond niet voorbijpraat.
Op 25 maart 1936 wordt Arie de Bruijn door de commisaris van de koningin officieel benoemd. Op 16 mei legt hij de eed af bij burgemeester Landweer van Veen. De Schoonhovense Courant van 29 april en 13 mei vermeldt zijn benoeming en afscheid, inclusief de toespraken.
Als in 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, blijft veldwachter De Bruijn zijn taak trouw vervullen. Dit wordt bevestigd door mevr. Timmermans-Hazeleger (in 2017 was zij 94 jaar), die in de oorlog op het distributiekantoor werkte. Bij het bonnentransport werd zij altijd geëscorteerd door veldwachter De Bruijn. Zij spreekt nog steeds met waardering over hem; hij had volgens haar zeker geen Duitse sympathieën.
Het is in de nacht van tweede kerstdag in 1944 als een Duitse deserteur, die door het verzet in vertrouwen was genomen weet te ontvluchten en vijf mensen van het verzet verraadt, die vervolgens worden afgevoerd naar de gevangenis Wolvenplein in Utrecht. Toen Veldwachter De Bruijn in opdracht van de Duitsers een verzetsman moest bewaken tijdens transport naar Utrecht, werden er in Veen op de zolder van het gemeentehuis wapens gevonden die De Bruijn daar had verstopt. Deze wapens waren op bevel van de Duitsers door de burgers van Veen bij hem ingeleverd. De Bruijn had deze wapens in moeten leveren bij de Duitsers, maar had dat niet gedaan. Wat de reden daarvan is geweest, is nooit helemaal duidelijk geworden. Voor de Duitsers was dit het argument om hem op te pakken. Op weg van Utrecht naar zijn huis in Veen, werd hij bij Geldermalsen nog gewaarschuwd niet naar huis te gaan, omdat hij werd gezocht. Oprecht zoals Arie de Bruijn was, vond hij dat daar geen reden toe was en ging hij toch naar huis. Zijn reactie was: "Wie geen kwaad doet, hoeft geen kwaad te vrezen." Meteen bij aankomst in Veen werd hij gearresteerd en afgevoerd naar gevangenis Wolvenplein in Utrecht.
De eerder gevangen gezette Veense verzetsstrijders en Arie de Bruijn zijn in de vroege morgen van 8 maart 1945 als repressaillemaatregel voor de aanslag op SS-officier Hanns Albin Rauter, de nazi-Duitse leider van de politie in Nederland, bij Fort de Bilt bij Utrecht gefusilleerd. De lijken hebben daar een groot deel van de dag gelegen; deze zijn door tussenkomst van een bevriende relatie voorlopig begraven. Na de bevrijding zijn de stoffelijke overschotten op 3 juli opgegraven en op 4 juli in Veen herbegraven, in een gezamenlijk graf. Arie de Bruijn is afzonderlijk begraven op de begraafplaats in Veen. Als dragers traden marechausseebeambten op.
In de jaren zestig is Arie de Bruijn herbegraven op het Nationaal Ereveld Loenen, in vak A, nummer 547.
In 2010, 65 jaar na dato, is er in Veen een straat naar Arie de Bruijn genoemd. In wijk De Eng bij de kerk te Veen ligt de De Bruijnstraat.
Zijn weduwe, Anna Schipper, keerde terug naar haar geboortedorp, Oostvoorne, en bleef daar wonen tot haar overlijden.
Met dank aan Jan Vos (uit Veen) voor de verstrekte gegevens en foto's.
Foto 1 t/m 3: collectie André Groeneveld.